Tekstbegrip E5
(c) Cito-oefenen.nl
Tim woont met zijn ouders op een boerderij. Hij houdt van dieren en helpt vaak mee ze te verzorgen. Op een dag besluit Tim om een wandeling te maken door het bos dat achter de boerderij ligt.
Tijdens zijn wandeling ziet Tim een eekhoorn rennen over een boomstam. Hij volgt de kleine acrobaat en komt terecht bij een meer. Aan de rand van het meer ziet Tim een grote, witte gans. Het dier heeft een gewonde vleugel en lijkt hulp nodig te hebben. Tim besluit om de gans te helpen.
Hij pakt een tak en maakt een spalk voor de gewonde vleugel. Met rietstengels zet hij de spalk vast. Zo kan de vleugel tijdelijk niet bewegen, waardoor hij kan genezen. Een aantal dagen achter elkaar komt hij kijken hoe het met de gans gaat. Als de vleugel na een week helemaal hersteld is, verwijdert Tim de spalk.
De gans vliegt een paar rondjes en komt dan terug, alsof hij Tim wil bedanken. Die is blij dat hij heeft kunnen helpen. Uiteindelijk vliegt de gans terug naar zijn troep.
Tijdens zijn wandeling ziet Tim een eekhoorn rennen over een boomstam. Hij volgt de kleine acrobaat en komt terecht bij een meer. Aan de rand van het meer ziet Tim een grote, witte gans. Het dier heeft een gewonde vleugel en lijkt hulp nodig te hebben. Tim besluit om de gans te helpen.
Hij pakt een tak en maakt een spalk voor de gewonde vleugel. Met rietstengels zet hij de spalk vast. Zo kan de vleugel tijdelijk niet bewegen, waardoor hij kan genezen. Een aantal dagen achter elkaar komt hij kijken hoe het met de gans gaat. Als de vleugel na een week helemaal hersteld is, verwijdert Tim de spalk.
De gans vliegt een paar rondjes en komt dan terug, alsof hij Tim wil bedanken. Die is blij dat hij heeft kunnen helpen. Uiteindelijk vliegt de gans terug naar zijn troep.